Reparatie

Bandentips & -informatie: voor uw gemak en veiligheid!

Waar moet u aan denken?
Er is geen enkel onderdeel aan uw auto, wat zoveel aandacht en oplettendheid vraagt als uw band. Deze informatie is bedoeld om u te informeren hoe u op een goede manier met uw banden omgaat en waaraan u kunt zien dat het tijd wordt voor een paar nieuwe. Houd hierbij goed in uw achterhoofd, dat het niet alleen gaat om de rij-eigenschappen van uw auto, maar in de eerste plaats om uw persoonlijke veiligheid.

Rij niet op te gladde banden.

Profieldiepte
Gladde banden zijn niet geschikt voor natte, gladde of met sneeuw bedekte wegen. Slijtage-indicatoren in de lengtegroeven van de band waarschuwen u als de band te ver afslijt. Ze worden zichtbaar als kleine dwarsverbindingen als het profiel tot 1.6 mm is gereduceerd. Eigenlijk moet u niet tot dat moment wachten. Uit veiligheidsoverwegingen is het verstandig om uw banden al eerder te vervangen.

In het geval van zomerbanden is vervanging aan te raden bij een profiel van 2 mm. Bij extra brede banden, raden we 3 mm als ondergrens aan. Winterbanden verliezen hun grip op met sneeuw bedekte wegen al bij een restprofiel van 4 mm. Het is dan ook aan te raden om dit type banden bij 4 mm restprofiel te vervangen.

Houd uw band op de juiste spanning.

Luchtdruk
Voor autobanden geldt hetzelfde als voor een luchtbed: als er te weinig lucht in zit wordt hij slap. In het geval van de autoband gaat dan het contact met de weg verloren en loopt de levensduur van de band terug. Daar komt bovendien nog een hoger brandstofgebruik bovenop. Het kan niet vaak genoeg worden gezegd: kijk eens wat vaker naar uw band en controleer elke keer als u tankt even de bandenspanning.

De juiste luchtdruk is waar het allemaal om draait. U kunt het aan de binnenzijde van uw brandstofklepje, op de portierstijl of in het instructieboekje van uw auto vinden. Houd er rekening mee dat de bandenspanning varieert met de belasting, rijsnelheid en het type van de band. Als u twijfelt, bel ons op en vraag het aan de vakman.

Test iedere drie tot vier weken uw bandenspanning. Hierbij ligt de nadruk op het woord “regelmaat”. Als de bandenspanning al te ver verminderd is, heeft u eigenlijk al te lang gewacht. De meting moet altijd plaatsvinden als de banden nog koud zijn (minder dan 3 km). Na het rijden met hogere snelheid is de meting niet een juiste weergave van de bandenspanning.

Draai na het controleren de ventieldoppen er weer stevig op. Vervang verloren doppen direct, anders is de kans groot dat het ventiel niet helemaal meer sluit. Bekijk het rubberventiel op beschadigingen bij de aanhechting van het ventiel aan de band. Sla het reservewiel niet over. Ook hier moet de bandenspanning zo nu en dan gecontroleerd worden, anders komt u bij pech nog eens voor een onaangename verrassing te staan. Uitgangspunt bij de reserveband is: 0.5 bar meer bandenspanning dan in de gewone band. Test ook de buitenkant van de band.

Bandenschade
Moderne banden zijn als High-Tech Producten uitstekend belastbaar, maar natuurlijk niet altijd bestendig tegen beschadigingen. Wanneer sprake is van bandenschade kan dit tot extra spanningsverlies, beschadiging van de staalrand in de band of zelfs tot het loslaten van een stuk van het loopvlak van de band leiden. Dat is – vooral bij hoge snelheden – buitengewoon gevaarlijk. Neem daarom regelmatig de kleine moeite om uw banden even nauwgezet te (laten) controleren. Verdachte banden herkent u aan sneden, rafels, bobbels, afgeknapte stukken profiel en natuurlijk binnengedrongen spijkers en andere zaken die niet in een band thuishoren.

Bij de controle is het goed dat u zich realiseert dat de banden ook een binnenkant hebben. Vraag aan uw garage om deze binnenkanten bij de beurten te controleren. Het is vaak ook mogelijk om een onregelmatige slijtage van de loopvlakken van de banden te constateren. Oorzaken hiervoor zijn meestal gelegen in de ophanging of in de uitlijning. Ook de remmen of uit balans zijnde banden kunnen zo’n verschijnsel verklaren. U doet er goed aan om in een dergelijke situatie direct bij de vakman langs te gaan en om advies te vragen. Als u namelijk de echte oorzaak niet wegneemt en wel nieuwe banden plaatst, zijn ze binnen de kortste tijd weer versleten.

Bandenopslag
Als de banden zonder zorg ergens in een hoek worden gezet, kan dat het begin van het einde zijn. Hoe pakt u het aan?

De looprichting en positie aangeven bij het verwijderen van de banden:
VR = voor rechts,
VL = voor links,
AR = achter rechts,
AL = achter links.

Grindresten en kleine steentjes uit de profielen verwijderen en een droge, koele en donkere opslagplaats uitkiezen. (Benzine, olie, vet of chemicaliën zijn vergif voor banden.) Banden die nog om de velg zitten liggend opslaan, bij voorkeur op een vlakke plaat hout. Banden zonder velgen rechtop plaatsen en zo nu en dan draaien.

Rijd niet met te hete banden.

Snelheid
Banden kunnen een te hoge snelheid niet verdragen, vooral niet bij zomerse temperaturen. U krijgt beslist de rekening hiervan gepresenteerd, zoals bijvoorbeeld meer slijtage of zelfs een klapband. Maakt u zich daarom een paar simpele vuistregels eigen: Rij niet met hoge snelheid op momenten waarop uw auto zwaar beladen is. (Wat denkt u van een volgepakte auto met imperiaal en de hele familie op vakantie in een heet land?) En: Blijf in dergelijke situaties onder de voor de band aangegeven snelheid.

Overschrijdt de voor uw band aangegeven maximale snelheid niet. Met name de wat oudere aanhangwagens, hebben vaak banden die geschikt zijn voor snelheden tot 80 km/u. Alle modellen die na 1989 gebouwd zijn, moeten voorzien zijn van banden met een minimale maximale snelheid van 100 km/u. Let op de snelheid. Het is niet voor niets dat u regelmatig aanhangwagens met een klapband aan de kant van de weg ziet staan. Bij winterbanden ligt de snelheidslimiet normaal gesproken tussen de 160 en 190 km/u.

Niet te zwaar belasten
Maat houden heeft niet alleen betrekking op de snelheid, maar ook op het bepakken. Natuurlijk is het handig om op vakantie veel mee te nemen, maar let wel op het in het instructieboekje van de auto aangegeven maximale gewicht. Bij een overbelastte auto verandert het rijgedrag. De auto i – vooral als er veel op een imperiaal bevestigd is – veel gevoeliger voor zijwind en heeft snel overbelaste remmen. De banden zijn bij overbelasting de pineut. Houd daarom het voor uw auto toegestane totaalgewicht in de gaten en ga daar niet overheen.

Vermijd obstakels op de weg.

Inparkeren
banden kunnen tegen een stootje. Maar toch niet tegen alles. De stoeprand is vijand nr. 1 van uw banden. Het hardhandig in contact komen met een stoeprand beschadigt de structuur van de band en is vaak het begin van loopvlakstructuur-problemen of zelfs van een gevreesde klapband.

Als u dat eenmaal op de snelweg bij een wat hogere snelheid is overkomen, zult u geen moeite hebben om u aan deze twee eenvoudige regels met betrekking tot het omgaan met stoepranden te houden: Liever nog één of twee keer corrigeren bij het inparkeren dan met de band langs de stoeprand te schaven. En: Als u dan toch over een stoeprand of een andere richel heen moet, doe het dan langzaam en het liefst haaks op de rand.

Ouderdom van de band
Voor elke band geldt: Zijn levensduur is maximaal een jaar of 10. Ook al zien ze er nog perfect uit of zijn ze nauwelijks gebruikt. Waarom dit zo is? De samenstelling van het rubber veroudert in de loop van de tijd en daarmee verliest het een gedeelte van zijn eigenschappen. Hoge temperatuur en zonlicht versnellen het verouderingsproces. Vooral ‘s zomers in zuidelijke landen is het nuttig om de banden van auto’s en caravans die ergens langer geparkeerd staan, af te dekken. Het is goed om na een snelle rit op de autoweg een warmteproef te doen: Is de band oké, dan mag hij niet warmer dan handwarm zijn. Voelt de band daarentegen heet aan, dan zult u moeten onderzoeken waar dit door komt.

Houd u dus aan de volgende regels:

  • Banden boven de 10 jaar alleen gebruiken als ze daarvoor ook al ononderbroken werden gebruikt.
  • Banden voor caravans, campers, e.d. en banden die heel onregelmatig worden gebruikt, minstens elke 6 tot 8 jaar vervangen
  • Reservebanden, ouder dan 6 jaar, alleen nog voor noodgevallen gebruiken.

Bandenmarkering
Om bij een verwisseling van de banden voor zeker te gaan, moet u de geheimtaal op de zijkant van uw band kunnen ontcijferen. U kunt ook altijd in het instructieboekje van uw auto kijken, maar controleer dan wel of de in uw instructieboekje aangegeven cijfers corresponderen met de nummers op uw band. De maat en de bouwwijze moeten met de gegevens uit het boekje overeenkomen. U bent vrij om een nieuwe band met een hogere maximaal toegestane snelheid of met een hogere draagcapaciteit te kiezen. Hier volgt een voorbeeld van de betekenis van de bandenmarkering volgens de nieuwe Europa-norm:

195/65 R 14 89 H 106.
De afzonderlijke getallen betekenen:
195: De breedte van de band in mm.
65: De hoogte/breedte verhouding van de band.
R: Het bouwtype “Radiaalband”.
14: De velg-doorsnee in inches.
89: De draagcapaciteit (hier 580 kg).
H: De snelheidscategorie (hier tot 210 km).
106: De productiedatum (hier de 10e week van het jaar 1996).
(De datum kan soms ook op een andere plaats vermeld worden.)

De markering zal ook op de door ons geleverde banden te vinden zijn. Mocht u twijfelen over de maat, neem gerust contact met ons op.

Ook hier weer drie basis aanbevelingen:

  • Bij het vervangen van de banden is het altijd goed om de banden per compleet stel te vervangen. Een mix van verschillende bandprofielen is absoluut af te raden. Hierdoor kan onvoorspelbaar rijgedrag ontstaan.
  • Monteer geen banden met verschillende profieldieptes aan één as.
  • Een mix van verschillende types banden is verboden. (Diagonaalbanden met Gordelbanden)

Winterbanden
Wie gedurende het koude seizoen op elk weertype voorbereid wil zijn, moet in die periode op M+S banden overgaan (Mud and Snow). Vooral voor bezitters van banden met een hoge maximum snelheid en brede zomerbanden, hebben deze banden toegevoegde waarde. Ze geven duidelijk meer veiligheid bij sneeuw en gladheid.

Voor de montage van winterbanden zijn de volgende regels belangrijk:

  • Monteer M+S banden op alle wielen en niet slechts op één as.
  • U maakt het zich een stuk gemakkelijker als u vier complete wielen (dus velg met band) aanschaft. (Hierdoor wordt het omzetten, afnemen en opslaan een stuk eenvoudiger.)
  • U moet na elke montage de banden opnieuw uit laten lijnen.

Het kan zijn dat de juiste bandenspanning voor de winterband in het informatieboekje van uw auto staat. Anders kunt u bij de normale spanning 0.2 bar optellen.

Bandenreparatie
Of het zinvol en mogelijk is om een band te repareren, kan alleen de vakman u vertellen. Kom gerust langs voor een vrijblijvend advies!

Back to top